Bij het ouder worden, worden de sportprestaties er niet beter op, ben ik ondertussen wel achter. In de dertiger en veertiger jaren van je leven valt het allemaal nog wel mee en kan je met gericht trainen nog wel het verlies aan prestatievermogen compenseren. Maar als je de vijftig bent gepasseerd gaat het vroeg of laat toch onherroepelijk de verkeerde kant op. Je kunt gewoon niet meer wat je eerder nog wel kon. Je fietscomputertje geeft onweerlegbaar bloot dat je prestatiekromme bergafwaarts gaat. De gemiddelde snelheden van de trainingsritten worden minder en ook de langere afstanden worden aan het eind steeds moeilijker. Je zegt ook tegen jezelf dat je eigenlijk geen zin meer hebt in hoge gemiddelde snelheden en lange afstanden en dat je het daarom niet meer doet.

Maar de werkelijke reden is gewoon dat je het niet meer kan.

Om uit te sluiten dat het mindere presteren niet een andere fysieke oorzaak heeft, besloten Toos en ik om een “Uitgebreide Sportmedische Keuring” te ondergaan. En ik moet eerlijk zeggen, dat dit reuze-interessant is en dat het een gedegen en serieus onderzoek is. Het is geen garantie dat je verder niets onder de leden hebt maar het geeft je wel een goede indicatie van je gezondheid en conditie van dat moment.
Nadat je jezelf hebt opgegeven voor de keuring, krijg je een vragenlijst toegezonden waarin je een waslijst aan vragen over allerlei enge ziektes en/of afwijkingen naar waarheid dient te beantwoorden.
Nadat je deze vragenlijst hebt geretourneerd, kan je naar de fysieke keuring. Om te beginnen met het ’s ochtends piesen in een potje, want de keuringsarts (ja, een gediplomeerd sportarts) onderzoekt ook je ochtendurine op de aanwezigheid van suiker (om te bepalen of je suikerziekte hebt) en eiwitten (om te bepalen of de werking van je nieren in orde is). Daarna worden er 2 buisjes bloed afgenomen, die onderzocht worden op cholesterolgehalte (4,67 mmol/l) en je hematologiepercentages. De hematocrietwaarde (niet onbelangrijk bij het sporten) was bij mij 41 % dus ik kan nog wel een hoogtestage gebruiken om wat meer rode bloedlichaampjes in mijn bloed te krijgen. Sommige profwielrenners hebben (hadden ???) daar trouwens al wat anders op gevonden. Een hoogtestage uit de injectiespuit. De uitslag van deze bloedonderzoeken krijg je niet gelijk want die moeten in een laboratorium worden vastgesteld.

Teus en Toos2Dan is daar het moment van de blote waarheid: DE WEEGSCHAAL!!! Kan je jezelf thuis, met een beetje schuin kijken (wij hebben nog zo’n ouderwetse weegschaal met een draaiende aanwijsschijf) nog een kilootje matsen, dan is dat hier niet het geval, want ze hebben een digitale weegschaal die gewoon aangeeft wat deze meet: 83,8 kilo. Dat viel me nog niet helemaal tegen. Lengte 1.77 meter. Mmmmm, ik heb ooit een keer in mijn paspoort een lengte gehad van 1.82 meter maar blijkbaar krimp je ook als je de vijftig gepasseerd bent. Of zou het door het rugbyen komen? Dan nog zo’n pijnlijk meetmomentje: vetpercentage meting!!! Met zo’n klemtangetje meten ze je vetplooien rondom je biceps (dat is dan nog niet zo confronterend) en die van je lovehandles en rolletjes van je buik (dat is dan weer een hele andere beleving). Uitslag: 22,5 (sportnorm is 22) en een BMI van 26,7. Daar zouden wat kilootjes afkunnen volgens de arts maar dat wist ik zelf ook wel. Maar ja, het is allemaal zo lekker en ik heb zo vaak dorst.

Daarna worden longen en hartslag beluisterd en wordt de bloeddruk opgenomen (105 om 55. Beetje laag dus) en de hartslag in rust vastgesteld (58 slagen/minuut). Een longinhoudstest bepaalt hoeveel lucht je kan inademen (4,43 liter) en bij het uitademen wordt gemeten met welke druk je kan uitademen.
Ook de ogen worden getest door het kijken naar een bord met rondjes waarbij bij ieder rondje een hap uit is. Alleen moet je dan kunnen zien aan welke kant van het rondje de hap uit is. Ik voldeed nog net aan de norm maar een bezoekje aan een opticien werd wel aanbevolen (ja, en bedankt).

Je skelet wordt beoordeeld door wat bewegingen te maken met armen, rug en benen waarbij de arts oplet hoe je beweegt en waar het eventueel afwijkt. Ik bleek een “hip-dip” links te hebben. De ene kant van mijn bekken staat dus iets lager dan de andere kant. Hierdoor had ik ook een lichte slinger in mijn rugwervelkolom. Tsja, ik doe het er al jaren zo mee dus dat zal waarschijnlijk niet veranderen ook. Ik zou wat “core stability” oefeningen moeten doen om dit te verbeteren.  Maar ja, ik ken mijn eigen discipline met dit soort dingen. Kansloos dus.

Dan het volgende moment van de waarheid: de fietstest. Je lijf wordt behangen met de nodige electroden voor het meten van de hartslag en eventuele afwijkingen en daarna ga je op een home-trainer aan het fietsen. Deze hometrainer was in ons geval wel een racefiets hometrainer dus dat voelde wel goed. In het begin althans. Mijn programma begon bij het wegtrappen van 60 Watt en zou oplopen met 30 Watt per minuut. De trapfrequentie diende minimaal 70 te blijven. In het begin denk je van ”dat gaat wel lekker zo” maar na een aantal minuten voel je dat het fietsen niet meer vanzelf gaat. Nog een minuut verder wil je eigenlijk een versnelling lichter schakelen maar ja, dat is hier dus niet aan de orde. De eerste zweetdruppels beginnen dan al van je hoofd af te parelen. En het wordt erger. Op een gegeven moment ga je echt aan het wringen en wrik je bijna het stuur er af om toch maar de trapfrequentie van minimaal 70 te halen. En het wordt nog erger. Rug, armen, benen, longen beginnen steeds meer te protesteren en eigenlijk wil alleen je hoofd nog maar doorgaan met trappen. En als je dat moment bereikt hebt is het heel snel met je afgelopen. Je mag gaan staan om door te trappen maar ook dat red je maar voor een hele korte periode. De benen zijn dan al zo verzuurd, dat wat je ook doet, het gewoon klaar is. Ik kwam tot een Wattage van 355 Watt, wat ik nog een minuut lang kon rondkrijgen bij een maximum hartslag van 162 slagen per minuut (119 na 3 minuten uitfietsen). Hijgend en zwetend mag je nog even uitfietsen om weer een beetje onder de mensen te komen. Na deze test zit ook de keuring er op. En daar ben je dan ook wel blij om.
Na je gedouched te hebben, heb je nog een afrondend gesprek met de arts om eventuele constateringen te bespreken. In ons geval was dat gelukkig allemaal dik in orde en kregen wij het advies mee gewoon door te gaan met het sporten zoals we dat nu doen. De test had in niets aangegeven dat er belemmeringen zouden zijn. En dat wilden we uiteraard graag horen. Een week later wordt een volledig rapport met de meet- en onderzoekresultaten en vaststellingen opgestuurd zodat je het dan nog weer even op je gemak kan nakijken en doorlezen. Prima verzorgd en geregeld.

Wil je ook zo’n sportmedische keuring ondergaan, google dan gewoon op “sportmedische keuring Amersfoort” en dan komen er vanzelf de nodige instituten boven drijven. Wij zijn bij het SMA (Sport Medisch Adviescentrum) in De Hoef geweest en zijn dik tevreden over de manier waarop de test is verricht en vastgelegd.

En met een goed gevoel trainen we dus weer vrolijk verder.

Teus van de Beek