Prestatie medaille

 

De uitslagen van het baanseizoen worden voor alle pupillen en D-junioren digitaal bijgehouden.

De competitie wedstrijden worden door ons bijgehouden, alle overige uitslagen van wedstrijden dient u zelf aan ons door te geven, middels het volgende email adres: Cinthiameerzorg@hotmail.com

In de mail zet u de naam van het kind, het geboortejaar en een link naar de uitslag van de wedstrijd. Na controle worden ook deze uitslagen opgenomen in het bestand en tellen dus ook mee voor de medaille.

De uitslagen van indoor evenementen wordt niet meegeteld, evenals hand gemeten kloktijden op loopnummers.

 

Aan het einde van het baanseizoen wordt gekeken naar de progressie die er dit jaar behaald is. Op basis van de procentuele verbetering worden punten toegekend. De totaal telling van de punten bepaald welke medaille wordt uitgereikt.

De puntentelling is als volgt:

• Verbetering tussen 0% en 1,5%: 1 punt
• Verbetering tussen 1,51% en 2,5%: 2 punten
• Verbetering tussen 2,51% en 4%: 3 punten
• Verbetering hoger dan 4%: 4 punten

Voor de pupillen worden de beste 4 scores opgeteld.

Voor de junioren komt er een extra regel bij: de hoogste score van 1 loop-, 1 werp- en 1 springonderdeel worden optelt, voor het 4^e onderdeel wordt de eerstvolgende hoogste score geteld, ongeacht het onderdeel. Wanneer er niet gescoord is in tenminste 3 verschillende onderdelen, kan er geen aanspraak gemaakt worden op een medaille.

 

De punten vertegenwoordigen de volgende medailles:

• 3-8 punten: Brons
• 9-13 punten: Zilver
• 14-16 punten: Goud

Scoor je minder dan 3 punten, dan kan er alsnog een bronzen medaille uitgereikt worden. Hiervoor moet je aan minimaal 3 wedstrijden hebben meegedaan en op tenminste 4 verschillende onderdelen resultaat behaald hebben.

 

Om progressie te kunnen meten, zal er een beginwaarde bepaald moeten worden. Deze zal in de hieronder genoemde volgorde bepaald worden:

• Beste prestatie van vorig jaar bij gelijkblijvend onderdeel en atleet.
• Eerste prestatie van de eerste wedstrijd van dit seizoen bij een nieuw onderdeel of nieuwe atleet

 

Onder “nieuw onderdeel”verstaan we het volgende:

• Een compleet nieuw onderdeel (bijvoorbeeld: van medicinebal naar kogelstoten wanneer je van C-pupil naar B-pupil gaat)
• Een onderdeel welke wijzigt (bijvoorbeeld: 40m sprint wordt 60m sprint, kogel gaat van 2 naar 3 kg of 600m wordt 1000m )

 

Hieronder volgt een voorbeeld voor de pupillen

 

	onderdeel	1e wedstr.	2e wedstr.	3e wedstr.	finale	clubkamp.
pupil X	40m sprint	8,18	8,35	8,24	7,92	8,15
	verspringen	2,01	2,05	1,98	2,04	2,07
	fluitraket	8,54	8,28	8,55	7,98
	medicinebal					2,48
	600 meter (in seconden totaal)	183	179	188	181	182
	totaal
	onderdeel	basis	beste prestatie	progressie	aant. Pnt	medaille?
pupil X	40m sprint	8,18	7,92	3,18%	3
	verspringen	2,01	2,07	2,99%	3
	fluitraket	8,54	8,55	0,12%	1
	medicinebal	2,48	2,48	0,00%	0
	600 meter (in seconden totaal)	183	179	2,19%	2
	totaal				9	Zilver

 

 

Hieronder volgt een voorbeeld voor de junioren

 

		onderdeel	1e wedstr.	2e wedstr.	3e wedstr.		finale	clubkamp.
junior X		60m sprint	9,71					9,53
		verspringen			3,87			4,07
		kogel stoten						7,03
		60m Horden	14,62		13,91			13,99
		Hoogspringen	1,15	1,15	1,2			1,15
		Speerwerpen		15,72
		Discus werpen	17,62		16,86			17,95
		1000 meter (in seconden totaal)	233	236	237			227
		totaal
		onderdeel	basis	beste prestatie	progressie		aant. Pnt	medaille?
junior X		60m sprint	9,71	9,53	1,85%		2
		verspringen	3,87	4,07	5,17%		4
		kogel stoten	7,03	7,03	0,00%		0
		60m Horden	14,62	13,91	4,86%		4
		Hoogspringen	1,15	1,2	4,35%		4
		Speerwerpen	15,72	15,72	0,00%		0
		Discus werpen	17,62	17,95	1,87%		2
		1000 meter (in seconden totaal)	233	227	2,58%		3
		totaal					14	Goud
	1 spring-, 1 loop- en 1 werponderdeel
	4e onderdeel, de eerstvolgende beste score