Alle wegen leiden naar Rome. Maar na aankomst in Rome leiden ook vele wegen uit Rome. De Via Egnatia is zo’n weg die het Romeinse leger aanlegde om Rome via Constantinopel (het huidige Istanbul) te verbinden met Jerusalem. Ik liep met enkele andere pelgrimsvrienden de Via Egnatia van Durrës in Albanië naar Thessaloniki in Noord Griekenland, zo’n 450 km. Het was (weer) een belevenis om door de binnenlanden van dit dunbevolkte gebied te trekken.

In Albanië heeft dictator Enver Hoxha overal in het land kleine betonnen koepeltjes laten bouwen. Iedereen kreeg een geweer om het land tegen de vijand te verdedigen. Het is nooit nodig geweest.
In Albanië liepen we een tijdje langs een spoorlijn. Bij aankomst in een dorp kwam er zowaar een trein aan.
De wagons deden surrealistisch aan: schietgaten in de ramen en deuropeningen zonder deuren. Er zaten evenwel toch passagiers in de trein.

De staat van ontwikkeling laat zich aflezen aan de prijs van de koffie: Albanië € 0,50, Macedonië € 1,00, Griekenland € 2,00. In Albanië sliepen we bij een keuterboer met 2 koeien, een paar kippen, een vervaarlijke waakhond, een moestuin voor eigen gebruik en geen mechanisch gereedschap. In Griekenland liepen we door grootschalige fruitplantages, waar boeren met trekker en spuitinstallatie grootschalig herbicide (insectenverdelger) aan het spuiten waren. Wij traden daar op als inspecteurs, die de kwaliteit van de rijpe kersen inspecteerden.

In dit gebied zijn er geen gemerkte routes. Je doet het met een GPS-track op je mobiel. Dat gaat meestal goed. Een enkele keer leek er geen pad te zijn. We worstelden ons door dicht stekelig struikgewas met brandnetels als bodembedekker, om uiteindelijk toch weer op een pad uit te komen.

In een Grieks dorp was wel een taveerne maar geen slaapplaats. “Mogen we hier ergens kamperen?” “Ja, hoor.” “Waar dan?” “Wel hier voor de deur.” Dat was het dorpsplein met een klein grasveldje. Aldus geschiedde.

Voelden we ons welkom? Bijna altijd. De mensen die wij tegen kwamen probeerden altijd wel een praatje te maken en wilden weten waar we vandaan kwamen en waar we naar toe gingen. Net over de Grens van Macedonië naar Griekenland werden we achterop gereden door een politieauto. “Waarom lopen jullie hier?” “Jullie lopen vlakbij de grens!” Onze paspoorten en routegids stelden ze gerust.

In de droge hogere delen zagen we veel schaapskuddes met hun herder en hun honden. Met die honden was het oppassen geblazen. Eerst blaffen ze vervaarlijk, daarna sluipen om je heen naar achteren om je van daaruit te benaderen. De remedie is het pakken van een steen en deze naar ze toe te gooien. Ze herkennen het gebaar en respecteren dat.

Dirk Zijp